Hebben we in de toekomst nog frietkramen in Blankenberge?

Blankenberge 29/01/2019, In een krantenartikel in Het Nieuwsblad van 23 januari jl. las de Open Vld fractie Blankenberge het volgende: “Het nieuwe stadsbestuur wil voorlopig geen nieuwe concessies op lange termijn toekennen, en dat zorgt voor de nodige onzekerheid bij de frituristen.” Dat wordt dan weer meteen gevolgd door een verklaring van de schepen voor Middenstand die het volgende blijkt te zeggen: “Er werd een soort gedoogbeleid gevoerd waarbij de concessie telkens voor de lengte van de legislatuur verlengd werd”, zegt de schepen. “Maar wij kunnen de regels moeilijk negeren. Een concessie geven terwijl het eigenlijk illegaal is, kan voor gevaarlijke precedenten zorgen.”

In plaats van problemen te zoeken met een vergrootglas, is de fractie van Open Vld Blankenberge meer voorstander van probleemoplossend denken. Zoals wij van meet af aan beloofd hebben, zal onze vernieuwde fractie zich constructief opstellen om samen met de meerderheid oplossingen in het belang van onze Blankenbergenaars te zoeken.

Daarom even van twee dingen één. Wat wij voorop willen stellen, is de rechtszekerheid van uitbaters van de frietkramen op openbaar domein. Redenen van stedenbouwkundige of verzekeringstechnische aard lijken ons een stok zoeken om de gewillige hond te slaan. En dat botst op ons rechtvaardigheidsgevoel.

Eerst en vooral lijken de innames van het openbaar domein, waarvan er minstens één al meer dan 60 (zestig!) jaar bestaat, burgerrechtelijk juridisch enkele rechten te hebben verworven. Net zoals een erfdienstbaarheid die ook binnen een stedenbouwkundige context ontstaat. Wat ons naadloos bij het stedenbouwkundige aspect brengt. In de krant werd gesuggereerd om een verlenging van een jaar te geven en te kijken of het BPA kan worden aangepast. Wel, als men maar één jaar zal verlengen, kunnen wij nu al zeggen dat het BPA, of het nieuwe RUP (ruimtelijk uitvoeringsplan) niet klaar zal zijn tegen volgend jaar.

Er zullen bovendien, gezien de verspreide ligging van de frietkoten, ook meerdere BPA’s gewijzigd moeten worden. Dat zal dus veel tijd vergen. Daarnaast is er de kostprijs van het wijzigen van een BPA, die per BPA gemiddeld tussen de 25.000 en de 30.000 euro wordt geraamd. Mogelijks is dit dus een drogoplossing om de storm even te laten luwen en de frietkramen dan omwille van de onhaalbare timing en kostprijs uit het straatbeeld te laten verdwijnen.

Allereerst denken wij dat de stad moet onderzoeken of de langdurige innames door dergelijke constructies, gezien zij volgens onze informatie al van voor het gewestplan op deze locaties zijn ingeplant, niet als ‘vergund geacht’ beschouwd kunnen worden. In dat geval moet er nl. helemaal niets ondernomen worden om de bestaande situaties te bestendigen. Maar ook als dat niet het geval zou zijn, vindt Open Vld Blankenberge dat er zowel vanuit het vertrouwensbeginsel dat van een overheid ten aanzien van de burger moet uitgaan als op grond van het rechtszekerheidsbeginsel een oplossing voor dit nieuw-gecreëerde probleem moet worden gevonden. Daarom stellen wij, in dat geval voor, om één van de Blankenbergse stedenbouwkundige verordeningen met name SV 07 aan te passen. Daarin hebben we recent met de vorige meerderheid ook zones op het openbaar domein afgebakend waar verschillende types van terrassen gaande van open tot gesloten werden aangeduid op het plan. Dit kan voor het hele grondgebied, daarvoor hoeven geen BPA’s of beter gezegd RUP’s (ruimtelijk uitvoeringsplan) worden aangepast en zal merkelijk sneller én goedkoper kunnen worden opgelost!

Gemeenteraadslid Björn Prasse: “Om de rechtszekerheid van deze lokale middenstanders  en ook het Vlaams gastronomische cultureel erfgoed, die de meer dan een halve eeuw oude frietkramen weldegelijk zijn, maximaal te bewaken, vragen wij de nieuwe meerderheid deze oplossingen aan te grijpen en ermee aan de slag te gaan. Vergeet ook de sociale component niet van alleenstaanden en senioren die geen frietvet meer willen of durven aansteken thuis en op die manier toch snel naar hun favoriete frietkraam kunnen blijven lopen!”