Mondelinge vraag inzake respectvol omgaan met het stedelijk erfgoedpatrimonium

Vraag

De raadsleden en het publiek hebben tijdens de vorige gemeenteraad kunnen constateren dat de monumentale tafel en de burgemeestersstoel die sinds 1953 in deze feestzaal aanwezig waren, verdwenen zijn. De tafel vormde met het andere meubilair een geheel dat in harmonie was met de aankleding van, en de kunstwerken in, deze historische stadhuiszaal. Elk element in deze zaal vertelt mee de geschiedenis van onze stad. Elk object is medebepalend voor de sfeer en de grandeur die ons stadhuis uitstraalt.

De monumentale tafel en de burgemeestersstoel maken jammer genoeg geen deel meer uit van dat geheel.
Het CBS besliste op 29 maart om de tafels en stoelen uit de raad- en feestzaal bij opbod te verkopen aan de hoogste bieder. Ze deed daarvoor beroep op het veilinghuis I&O Auctions uit Turnhout, een bedrijf dat regelmatig voor de stad de verkoop organiseert van onder meer afgedankte tweedehandscamionetten en ander versleten werkmateriaal.

De collegenotulen vermelden als reden voor de verkoop van het meubilair uit de feestzaal: ‘Het bestaand meubilair is oud en bovendien niet meer geschikt voor nieuwe toepassingen’.

Voor de bouw van de monumentale tafel, met ingelegde stukken die onder meer het wapenschild van de stad tonen, werd opdracht gegeven bij de bouw van het ‘nieuwe’ stadhuis in 1952-1953. Het gaat om meubilair in neostijl, dus niet significant voor de periode van de jaren 50, maar wél met een historische én emotionele waarde die verbonden is met meer dan 60 jaar gemeentepolitiek in Blankenberge.

Het meubel dat het CBS zomaar op eigen initiatief weghaalde uit het stadhuis en per opbod te koop stelde, is niet zomaar een oud object, maar een erfgoedobject. Objecten met een erfgoedwaarde zijn zaken die mensen waarderen, zich mee identificeren en willen bewaren voor toekomstige generaties.

De grote tafel – meer dan de stoelen – is voor de meeste Blankenbergenaars een deel van de zaal en van het stadhuis. Speciaal daarvoor gemaakt, met het schild van Blankenberge in het midden, een eenheid vormend met de zaal. Net zoals de schilderijen van Verhaeghe, de burgemeestersportretten, de schouw. Zelfs als de functionaliteit van de tafel in vraag wordt gesteld – dat kan – blijft de tafel nog altijd een deel van het geheel.

De Open Vld-fractie vindt het bijzonder jammer dat het CBS zo onrespectvol omgaat met het erfgoedpatrimonium van onze stad. Open Vld heeft de voorbije decennia op alle domeinen de grootste inspanningen gedaan om het erfgoed van Blankenberge (maritiem, architecturaal, funerair, militair, enz…) veilig te stellen voor de toekomst én het succesvol uit te spelen als meerwaarde in het toerismebeleid. Het is duidelijk dat de nieuwe meerderheid onze visie niet deelt.

Daarom stellen wij volgende vragen aan de schepen bevoegd voor erfgoed:

  • Wat verstaat de schepen onder de respectievelijke begrippen ‘oud’ en ‘erfgoed’?
  • Tegen welke prijs werd de tafel, besteld door wijlen Burgemeester Maurice Devriendt, ooit gemaakt?
  • Werd vooraf advies ingewonnen over de erfgoedwaarde? Zo ja, bij wie, en wat was het advies?
  • Waarom werden de erfgoedwerkgroepen binnen de stad, en de cultuurraad, niet geïnformeerd, of geconsulteerd voor advies?
  • Werd de tafel ondertussen al verkocht? Zoja, wat bracht de verkoop op en welke bestemming kreeg de tafel?

Antwoord

De heer schepen A. Monte:

Wat verstaat de schepen onder de respectievelijke begrippen ‘oud’ en ‘erfgoed’?
Oud is iets wat reeds lang bestaat. Erfgoed is de term die men gebruikt om datgene aan te duiden, wat men van de voorouders erft. Ik sluit me aan bij deze begrippen, het is niet aan mij om ze te herdefiniëren.

Tegen welke prijs werd de tafel, besteld door wijlen Burgemeester Maurice Devriendt, ooit gemaakt?
Het aanbestedingsdossier ‘Meubilering van het stadhuis’ bevatte 4 loten.
Lot 4 was de meubilering van de Burgerzaal. Dit lot bestond uit het aanleveren van ‘een grote tafel van 11 meter lengte met 17 stoelzetels en 150 stoelen voor het publiek’. Op 19 juni 1952 werd dit volledige lot gegund aan de firma Mobilux voor 371.380 Belgische frank (wat overeenkomt met 9.206 euro vandaag).

Werd vooraf advies ingewonnen over de erfgoedwaarde? Zo ja, bij wie, en wat was het advies?
Er werd advies ingewonnen bij de stadsarchivaris en de stadsarchitect .
De stadsarchivaris wees op het feit dat deze monumentale tafel, speciaal voor deze feestzaal werd gemaakt. Hij verwees daarbij naar de gesculpteerde tafelpoten en het wapenschild in het midden van het tafelblad. De tafel maakt volgens hem onmiskenbaar deel uit van het originele interieur uit het begin van de jaren 1950.

Het antwoord van de stadsarchitect is het volgende:
“Er is door de administratie geadviseerd om de tafel die oorspronkelijk in de feestzaal stond, te verkopen. De gewenste herinrichting van de feestzaal werd gestuit door de aanwezigheid van de tafel. De tafel was onpraktisch omdat het tafelblad te hoog was waardoor men niet in de mogelijkheid was om op een ergonomische manier aan de tafel te zitten, te vergaderen of te werken. Tevens droegen de afmetingen en het gewicht er toe bij dat de tafel niet kon verplaatst worden waardoor de feestzaal aan functionaliteit verloor. De tafel had geen enkele historische waarde. Enkel voor sommigen was er emotionele waarde. Een bestuur kan zich echter hierdoor niet laten leiden. Immers een gemeente is een publieke organisatie die gefinancierd wordt met collectieve middelen. Het is daarom maatschappelijk relevant dat de besteding van deze middelen gebaseerd is op rationele handelingen die de efficiency en de effectiviteit van de organisatie verhogen. Emotioneel handelen kadert dan ook niet binnen deze hedendaagse aanpak.” Als laatste dient er toegevoegd te worden dat de stad geen bergingsmogelijkheden heeft voor deze tafel. Het publiek ter beschikking stellen (door middel van openbare verkoop) en er een nieuwe bestemming aan geven was dan ook een verantwoorde en logische keuze.

Waarom werden de erfgoedwerkgroepen binnen de stad en de cultuurraad niet geïnformeerd of geconsulteerd voor advies?
De beslissing dateert van begin maart. Op dat moment waren de nieuwe werkgroepen nog niet samengesteld. De erfgoedverenigingen hadden namelijk tot eind april de tijd om hun nieuwe kandidaten voor te dragen.

Werd de tafel ondertussen al verkocht? Zo ja, wat bracht de verkoop op en welke bestemming kreeg de tafel?
De lange tafel uit de feestzaal werd verkocht voor 1.150 EUR aan Agro-Dessim bvba, een bedrijf in Antwerpen met als hoofdactiviteit het bieden van ondersteunende activiteiten i.v.m. teelt van landbouwgewassen.
De 150 stoelen werden verkocht voor 265 EUR aan El Camino Loco uit Ezemaal, een reisorganisatie die zich voornamelijk bezighoudt met het aanbieden van fietsreizen. De burgemeestersstoel en een aantal schepenstoelen zijn gestockeerd hier op het stadhuis.