Voorstel ivm concessies op openbaar domein

Voorstel

De Open Vld fractie doet volgend voorstel van raadsbesluit:

  1. De gemeenteraad geeft opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om alle wettelijke middelen uit te putten om de rechtszekerheid van deze lokale middenstanders en vertegenwoordigers van het Vlaams gastronomische cultureel erfgoed maximaal te bewaken en hen de nodige continuïteit bij de uitoefening van hun beroep te bieden
  2. De gemeenteraad geeft opdracht aan het college van burgemeester en schepenen om alle gelijkaardige concessies en/of vergunningen van uitbatingen die al dan niet seizoensgebonden handel drijven op het openbaar domein in kaart te brengen en ook hun rechtszekerheid te toetsen en de nodige maatregelen te treffen om ook hen maximaal te beschermen tegen gelijkaardige initiatieven.

Gemeenteraad : 29 januari 2019
Ingediend door : Bjorn Prasse
11 stemmen voor (OpenVld, Vlaams Belang)
16 stemmen tegen (sp.a, N-VA, CD&V)

Besluit : Het voorstel van Open VLD wordt niet goedgekeurd.

Toelichting

In een krantenartikel in Het Nieuwsblad van 23 januari jl. lezen we het volgende: “Het nieuwe stadsbestuur wil voorlopig geen nieuwe concessies op lange termijn toekennen, en dat zorgt voor de nodige onzekerheid bij de frituristen.”

Iets verder in hetzelfde artikel lezen we het volgende: “De frietkramen staan er al sinds mensenheugenis. Daardoor worden de zaken al tientallen jaren gedoogd. Nu wil het stadsbestuur een definitieve oplossing.”

Dat wordt dan weer meteen gevolgd door een verklaring van de schepen voor Middenstand die het volgende blijkt te zeggen: “Er werd een soort gedoogbeleid gevoerd waarbij de concessie telkens voor de lengte van de legislatuur verlengd werd”, zegt de schepen. “Maar wij kunnen de regels moeilijk negeren. Een concessie geven terwijl het eigenlijk illegaal is, kan voor gevaarlijke precedenten zorgen.”

Onze fractie is bezorgd door hetgeen we lezen omdat dit de commerciële activiteiten van alle uitbaters van handelszaken op het openbaar domein, die aan de hand van een concessie of vergunning toelating kunnen krijgen, op de helling zou kunnen blijken te zetten. Ons is ook onduidelijk wat de schepen bedoeld met “een soort gedoogbeleid” en “eigenlijk illegaal”.

Graag horen we dus het antwoord op de volgende vragen:

  • Wat exact buiten het wettelijke werd gedoogd? Hadden de toegestane concessies dan nooit mogen worden verleend?
  • Wat bedoeld wordt met “eigenlijk illegaal”? Hebben de uitbaters geen rechten opgebouwd door deze decennia-oude innames en gebruiken?
  • Geldt dit dan voor alle concessies en/of vergunningen op het openbaar domein?